In de serie ‘In Dialoog Met…‘ gaat Jonge Geesten, in dialoog met iconen uit de bouwsector. Geen interviews of ondervragingen, maar een tweezijdig gesprek dat uit nieuwsgierigheid voor elkaars generatie en achtergrond wordt gevoerd. De dialogen zijn gericht op het achterhalen van motivaties, gedachten en ideeën. Hoe kunnen we de kwaliteiten van de verschillende generaties combineren om de bouw te innoveren, onze maatschappij te inspireren en in verbinding te blijven met elkaar? De door ons gebruikte methode is gebaseerd op het begrippenkader van TheoryU.

Iets later dan gepland stapt Rob van Wingerden, CEO Koninklijke BAM Groep, het hoofdkantoor binnen, in Bunnik. Even later worden we door zijn secretaresse opgehaald. Terwijl Bern en Carlijn zichzelf voorstellen is Rob muisstil. Pas op het moment dat Bern vertelt over zijn passie, zeilen, haakt Rob verbaal aan. “Wat voor schip en klasse zeil je?” is zijn vraag aan Bern. “J22”. Rob antwoordt: “Ik zit meer in de Lemsteraken”. Het ijs is gebroken, en het gesprek kan nu echt beginnen.

quote Rob

“Wie ben je nou echt?”

Er is al veel te lezen over deze bestuurder. Bij BAM is Rob van Wingerden zijn loopbaan begonnen, waar hij zich heeft opgewerkt tot CEO, de functie die hij sinds oktober 2014 bekleedt. Dus vraagt Carlijn aan Rob om zichzelf eens voor te stellen zonder daarin zijn loopbaan als uitgangspunt of rode draad te nemen. Bern voegt daaraan toe: “Wie ben je nou écht?” Rob antwoordt: “Ik ben wel écht met BAM bezig, er zit veel meer in het bedrijf dan wat er nu uitkomt. Dat is lastig als je kijkt naar onze business: projecten. Projectleiders zijn mensen die leren hun eigen broek op te houden, die alles weten over hun project, maar die daarmee niet altijd het volledige kennis- en schaalpotentieel benutten dat in hun omgeving voor handen is. Daarvoor is cultuurverandering voor nodig en een écht andere manier van denken. Daarmee zijn we de afgelopen jaren druk mee bezig geweest.” Nog voordat we kunnen reageren, voegt Rob daaraan toe: “Ik realiseer me dat ik nu niet echt mijzelf aan het voorstellen ben, maar dit is wel waar ik de hele dag mee bezig ben en wat ik leuk vind om te doen. In die zin gaat het dan toch ook over mijzelf.” En snel vertelt Rob nog over de dingen die hij nog meer onderneemt: sporten en mooie reizen maken. “Maar dat doe ik erbij, dat is nodig voor de afwisseling.” We vragen Rob naar hoe de jaren als CEO van BAM kenmerkend zijn voor hem als persoon. “Dingen verbeteren en veranderen, dat is waar ik goed in ben. Vanzelfsprekendheden aan de orde stellen. Vragen stellen die al heel lang niet meer gesteld zijn.”

“Ik vind de variatie in werk belangrijker dan het feit dat je bij één bedrijf werkt”

Carlijn vertelt een korte anekdote. “Mijn vriend is accountant bij een big four kantoor. Als we mijn oma bezoeken, dan vraagt ze wel eens aan hem: ‘Volgens mij zit jij wel op je plek. Je hebt je werkgever wel gevonden nu?’ Daar moeten wij altijd om lachen. Dat zit niet zo in onze manier van denken.” Carlijn vraagt hoe Rob daarover denkt, die inmiddels toch al een geruime tijd voor BAM werkzaam is. Dit blijkt een vraag te zijn waarmee we Rob weer wat beter leren kennen. “Ik wilde perse naar het buitenland en dus koos ik voor een bedrijf die dat mogelijk kon maken. Ik wilde vooral leuke dingen doen. Ik weet nog toen ik net begon, dat ik werd uitgenodigd voor een 25-jarig jubileum. Dat gaat mij niet gebeuren, dacht ik toen. Door de jaren heen heb ik prachtige kansen gehad. Ik heb in Taipei, Hongkong en Duitsland gewoond. Ik heb zoveel gevarieerd werk gedaan, dat ik nooit het gevoel heb gehad dat ik al heel lang bij één bedrijf werkzaam was. Met het idee van lifetime employment heb ik nooit iets gehad.”

We maken het linkje naar onze generatie waar het begrip ‘lifetime employment’ nauwelijks lading heeft. Rob geeft aan dat hij daar wel een keerzijde van ziet. “Er zijn mensen die er heel vrijblijvend mee om gaan. Als je iets leuks te bieden hebt dan blijven ze en anders gaan ze weer weg. Dat geeft mij niet het twee richtingsgevoel, dan mis ik echt commitment. Ik heb altijd gezegd dat ik wil doen wat ik leuk vind maar ik ga er wel voor.” De ene houding sluitgelukkig de andere ook niet uit. Zelf vinden Bern en Carlijn dat hun generatie losser inarbeidsverhoudingen staat dan de generatie van Rob.

“Wat heb je aan gemiddeldes?”

Rob van Wingerden heeft een andere kijk op generatieverschillen. Er wordt volgens hem veel over gemiddeldes gesproken. ‘Gemiddeld’ gezien heeft de oudere generatie meer moeite met veranderingen dan de jongere generatie. “Ik ken oudere mensen die veel meer met innovatie hebben dan sommige jongeren,” voegt Rob daaraan toe, “Dus wat heb je aan gemiddeldes? Als je een meter links en een meter rechts schiet dan schiet je gemiddeld nog niet raak.” Volgens Rob ligt de oorzaak, van het verschil tussen jong en oud, vooral in de snel veranderende omstandigheden. Het menselijk gedrag blijft in essentie hetzelfde. Technologische ontwikkelingen gaan exponentieel. We zien nu technologieën komen en gaan, dat is een groot verschil met de tijd waarin ikzelf opgroeide.”

“Flexibiliteit staat in gezonde spanning met een gebouw van steen”

Bern vraagt zich af of je deze exponentiële ontwikkelingen ook direct ziet terugkomen in de bouwsector. “Volgen projecten zich bijvoorbeeld steeds sneller op? Of wordt de levensduur van gebouwen steeds korter?” Rob geeft aan dat dat nog heel beperkt zichtbaar is, ondanks de dringende behoefte aan flexibiliteit. Maar, zo geeft Rob aan, die behoefte staat in gezonde spanning met een gebouw van steen. Daarbij komt er wel steeds meer technologie in de gebouwen. Het aandeel staal, beton en hout binnen een investeringsbedrag gaat steeds kleiner worden ten opzichte van het aandeel aan technologieën.De reden waarom veranderingen in de bouw niet zo snel gaan als bijvoorbeeld de snelheid van technologische ontwikkelingen, komt volgens Rob door de versnipperde sector. “De sector omvat veel verschillende partijen die niet tot dezelfde entiteit behoren en daarmee los van elkaar acteren. Verandering is dan erg lastig, want wat in het voordeel is van de een, is in het nadeel van de ander. Dat werkt verlammend. Er moet op een heel andere manier worden samengewerkt.” Rob geeft aan dat die andere manier van werken los gezien moet worden van ketensamenwerking. Deze nieuwe vorm van samenwerking moet volgens hem oorsprong vinden in het onderwijs.

“Monodisciplinaire opleidingen passen niet op multidisciplinaire vraagstukken”

Het is niet de eerste keer dat we in deze serie ‘In Dialoog Met…’ terechtkomen op het onderwijs. Rob legt uit: “We leiden onszelf op om dingen complex te vinden. Op de kleuterschool leer je van tekenen tot rekenen. Vervolgens laat je op de middelbare school steeds meer vakken vallen. Als je bent afgestudeerd kun je nog maar één ding. Dan ben je dokter, advocaat, econoom, etc. Dan stappen we in de echte wereld en zien we dat alles met elkaar verbonden is. Dan vinden we die wereld ineens complex.” Daarom moeten we al op jonge leeftijd leren om in contexten te denken. Rob pleit daarom voor ingenieurs met dezelfde diepgang die ook in staat zijn zaken in context te plaatsen. Op deze manier wordt er ook op school geleerd hoe andere mensen denken en hoe je met elkaar kunt samenwerken.

quote Rob1

“We moeten beseffen dat we alleen kunnen overleven met elkaar”

Van individuele specialisaties belanden we in het vraagstuk hoe goed samengewerkt kan worden tussen organisaties. Bern legt de link naar De Bouwcampus, waar Rob van Wingerden in het bestuur zit. Hij is nieuwsgierig naar hoe de verschillende partijen de campus gebruiken om iets te creëren. “Dat lijkt me namelijk best complex.” Rob antwoordt met een knipoog: “Doordat jij monodisciplinair bent opgeleid, vind je het ook complex.” En vertelt vervolgens door: “Nee, maar dat klopt. De Bouwcampus faciliteert de verbinding tussen de verschillende partijen in de sector, maar je merkt dat toch iedereen een beetje op zijn eigen eilandje blijft staan. Het is in beweging, maar het is nog maar een begin.”

“Niet iedereen kan alles meemaken van het proces”

Een dialoog is het gesprek zeker geworden. Als Rob ons vraagt hoe wij tegen generatieverschillen aankijken, vertellen we dat we soms wel een kloof ervaren tussen oud en jong, vooral in het bedrijfsleven. Jongeren worden wel steeds vaker betrokken bij een (strategievorming)proces, maar wel in een later stadium. Rob vertelt dat in het strategievormingsproces van BAM vanaf het begin af aan jongeren betrokken zijn geweest. “Maar, het kan ook niet dat iedereen het hele proces meemaakt, vroeger waren dat vier mensen, tegenwoordig 150, maar er kunnen natuurlijk ook niet 20.000 mensen aan de strategie meewerken.”

Carlijn knikt bevestigend. “In breder perspectief moeten we toch meer gebruik maken van elkaars krachten,” voegt Carlijn daaraan toe. “Ik ben me ervan bewust dat ik soms vrij naïef ben, als jongere, maar het zet de ander vaak wel even aan het denken.” Rob vult inmiddels de zinnen van ons aan en antwoord direct: “Dat is precies de wisselwerking. Ik denk dat het al een hele verandering is ten opzichte van vroeger. De westerse wereld is steeds meer tot het inzicht aan het komen dat we elkaar echt nodig hebben.”

Inmiddels traditiegetrouw maken we nog een selfie. Op het moment dat Bern zijn ruim 2,5 jaar oude telefoon tevoorschijn haalt kan Rob het toch niet laten om zijn eigen iPhone te laten zien, We hebben het over de vernieuwde technologie in de telefoon van Rob, waar we allemaal even geïnteresseerd in zijn. Geen generatieverschillen zijn op dit moment te herkennen.

Voor meer informatie kunt u mailen met #InDialoogMet…

Dit Jonge Geesten initiatief wordt vormgegeven door:

Bern Laninga |   Carlijn Tempelaars | Daan de Wit | Marc Bolier |Martijn SchweringMartijn Weekenstroo | Maurice van Rooijen |  Tomas te Velde | Tom Schoo |

Recommended Posts